Ongemakken
 



Bloedverlies


Tijdens de eerste 24 uur na de bevalling heb je meestal nog ruim bloedverlies. Je kan ook stolsels verliezen, die soms net zo groot zijn als een sinaasappel. Dit is niet erg zolang je je goed voelt. Indien het maandverband iedere keer binnen een half uur vol is, is er sprake van teveel bloedverlies en moet je contact met ons opnemen. Ook als je twijfelt over de hoeveelheid bloedverlies of wanneer je duizelig of niet lekker wordt.
In de loop van de kraamweek zal het bloedverlies steeds minder worden en meer gaan lijken op een menstruatie. Het bloedverlies kan in totaal vier tot zes weken aanhouden. Het is dan geen helderrood bloedverlies meer, maar wat bruiner. Het is normaal dat het bloedverlies kortdurend wat toeneemt en weer helderrood wordt wanneer je lichamelijk actief bent geweest. Aan het einde van de kraamperiode zal het meer bruine, witte of gele afscheiding zijn.

 


Naweeën


Niet iedere kraamvrouw heeft last van naweeën. Vrouwen die snel bevallen zijn of vrouwen die bevallen zijn van hun 2e of volgende kindje hebben er de grootste kans op. De naweeën komen voor tijdens de eerste dagen van het kraambed en zullen geleidelijk minder worden.
Bij de naweeën trekt de baarmoeder zich samen waardoor het bloedverlies beperkt wordt. Ze kunnen erg pijnlijk aanvoelen. Zeker wanneer de baby aan de borst gaat kunnen ze extra hevig zijn.
 
Tips:
  • Wanneer de blaas leeg is kan de baarmoeder goed samentrekken. Ook al voel je misschien geen aandrang, het is toch verstandig om iedere drie uur je blaas te legen. Probeer dit te doen voordat je gaat voeden.
  • Je mag paracetamol (zonder coffeïne of codeïne) nemen, met een maximaal van 6 tabletten van 500 mg per dag. Ook als je borstvoeding geeft mag je paracetamol gebruiken. De hoeveelheid die de baby via de borstvoeding binnen krijgt is niet schadelijk. Paracetamol is het meest effectief bij naweeën als je het ongeveer een half uur vóór de voeding inneemt.
  • Warmte verzacht pijn. Een warme kruik tegen je onderbuik kan soms verlichting brengen.
     



Hechtingen


Een goede verzorging van je bekkenbodem in de eerste weken na de bevalling is altijd belangrijk, los van het feit of je hechtingen hebt.
De eerste dagen na de bevalling is plassen vaak gevoelig. Dit komt doordat urine zuur is en mogelijk wat bijt in de wond. Je kan je urine verdunnen door voldoende te drinken. Ook kan je tijdens het plassen met water spoelen, met behulp van een kannetje of door onder de douche te plassen. Ook al is het plassen gevoelig, probeer het niet uit te stellen!
Goed en regelmatig met water spoelen is niet alleen prettig tijdens het plassen, het zorgt er ook voor dat je wond schoon blijft. Vervang voor een goede hygiëne regelmatig je maandverband. De kraamverzorgster controleert je wond en schakelt ons bij bijzonderheden in.
Als de wond wat pussig is of wat vochtig blijft is het goed om in het middaguur met je blote billen in bed te rusten. Doe een kraammatras met een handdoek erover onder je billen, dat broeit minder dan alleen een kraammatras. De wond kan dan goed drogen, wat de genezing bevordert.
De meeste hechtingen lossen vanzelf op.
In overleg met jou zullen we de resterende of pijnlijke hechtingen rond de zevende dag na de bevalling verwijderen. Deze hebben dan geen functie meer, maar kunnen nog wel pijnlijk trekken of kriebelen.



Bekkenklachten


Bekkenklachten zijn na een bevalling meestal niet ineens voorbij. Al verdwijnen langzamerhand de zwangerschapshormonen die de oorzaak waren voor het weker worden van het bekken, het duurt vaak een tijd voordat de verbindingen tussen de bekkenbeenderen hun oude stevigheid terug hebben. Er ontstaat een andere belasting op het bekken en op de rug, doordat de grote buik nu verdwenen is, maar ook doordat je nu je kindje draagt en optilt. Het is nodig een evenwicht te vinden tussen rust en belasting. Bij teveel rusten worden de spieren slapper, terwijl je de steun van de spieren juist extra nodig hebt. Door te grote belasting heeft het bekken echter geen tijd om te herstellen en zullen de pijnklachten toenemen.
We adviseren je om de eerste vier dagen na de bevalling op dezelfde etage te blijven. Probeer wel elke dag een aantal keer een klein stukje te lopen en even in een stoel te zitten. Indien nodig wordt de fysiotherapeut in consult gevraagd. 
Liggend voeden van de baby voorkomt onnodige inspanning. 
Naarmate de pijnklachten verminderen kan je je activiteiten geleidelijk uitbreiden. Het is de bedoeling dat de klachten langzaam minder worden. Je mag verwachten dat het elke maand weer een stuk beter gaat. Het kan zeker 6 tot 12 maanden duren voordat de bekkenklachten volledig over zijn.
Bij stress, menstruatie en vermoeidheid nemen de klachten vaak tijdelijk weer toe.



Kraamtranen


Veel moeders hebben ergens in de kraamweek een moment dat ze onverwachts in huilen uitbarsten. Het is helemaal niet vreemd en meestal verdwijnen de tranen weer vanzelf.
Laat je niet ontmoedigen door slaaptekort, hormoonschommelingen, onzekerheden over de verzorging van de baby, veranderende gevoelens ten opzichte van je partner of eventuele andere kinderen, pijn of wat temperatuurverhoging door de stuwing, moeilijkheden tijdens het voeden… De verwachte roze wolk blijkt vaak toch niet zo roze te zijn!
Rust is heel belangrijk. Gun jezelf, je partner en eventuele andere kinderen de tijd om de zwangerschap en de bevalling te verwerken en te wennen aan de nieuwe situatie.
Plan niet teveel bezoek op één dag en laat ze niet te lang blijven. Tussen 13:00 uur en 15:00 uur is het verstandig om te rusten, en vraag bezoek niet tot later dan 21:00 uur te blijven.
Verwacht niet teveel van jezelf. De eerste week is er juist voor om te genieten, om verzorgd te worden en om te leren van de kraamverzorgster.
De beleving en de verwerking van alles wat er gebeurt is bij mannen en vrouwen heel verschillend. Ook dit is niet vreemd, maar heeft wel aandacht nodig! Onbegrip is een valkuil voor beiden en wordt vaak veroorzaakt door een minder goede communicatie.
Je partner heeft vaak heel bewust alles meegemaakt. Zeker bij een moeizame bevalling is er veel te verwerken. Na de geboorte valt er van alles te regelen; de baby moet binnen 3 werkdagen aangegeven worden, de geboortekaartjes moeten gedrukt worden, de boodschappen moeten worden gedaan en sommige partners gaan weer aan het werk. Daarbij komt ook nog de zorg voor de moeder, de baby en eventuele andere kinderen.
De kraamvrouw heeft ondertussen veel tijd om te rusten en om na te denken. Ze heeft een andere beleving van de bevalling en zal in veel gevallen ook meer gericht zijn op de verzorging van de baby.
Voor zowel de partner als voor de kraamvrouw is het soms prettig om gevoelens en beleving op te schrijven. In eerste instantie voor jezelf, maar ook soms om het aan je partner te laten lezen, zodat deze een beter beeld krijgt van wat je voelt.
In enkele gevallen lijken de tranen eerder meer dan minder te worden. Ook kunnen gevoelens van onrust, eenzaamheid, slapeloosheid, slechte eetlust en dergelijke ontstaan. Als deze gevoelens niet verminderen in ongeveer twee weken of ze verergeren, dan kan er sprake zijn van een post partum depressie (PPD). Bij deze gevoelens is het belangrijk om hulp van familie en/of vrienden te vragen én de huisarts in te schakelen. In sommige gevallen is begeleiding van een psycholoog gewenst.
Een enkele keer ontstaat een postpartum psychose (PPP) of kraampsychose. In dit geval is er ook sprake van achterdocht en waanideeën en kunnen de gevoelens en het handelen van een moeder een gevaar voor zichzelf of haar baby zijn. In dat geval moet je, ook bij twijfel, de huisarts of de verloskundige inschakelen.