Als vrouw kan je vruchtbaar zijn vanaf de eerste menstruatie in de puberteit tot de overgang. Het kan zijn dat je in deze periode graag anticonceptie wil gebruiken om te voorkomen dat je zwanger wordt of om je menstruatiecyclus te beïnvloeden.
Wanneer je net bevallen bent, geven wij je als verloskundigen aan het einde van de kraamweek en/of tijdens de nacontrole al kort informatie over vruchtbaarheid en anticonceptie en adviseren we je eventueel een afspraak te maken op ons anticonceptiespreekuur. Ook als je nog niet eerder bij ons onder controle bent geweest of nog niet eerder zwanger bent geweest, kan je bij ons terecht.
Voor meer informatie en het voorschrijven en/of plaatsen van anticonceptie, kan je zelf een afspraak maken op ons dagelijkse spreekuur. Hiervoor kan je op werkdagen tussen 09:00 - 12:00 uur bellen met onze assistente.
Hielprik
In Nederland wordt in de eerste week na de geboorte de hielprik (ofwel neonatale metabole screening) bij de baby verricht. Nadat de baby is aangegeven bij de gemeente wordt een elektronisch bericht verstuurd naar het landelijk registratiesysteem van het RIVM. Vervolgens wordt de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) op de hoogte gesteld, die een screener inschakelt om bij je langs te gaan. In Kampen is de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau de screener. Door middel van een prik in de onderkant of zijkant van de hiel worden enkele bloeddruppels verzameld op een speciaal daarvoor bestemd vloeipapier. In een laboratorium wordt dit bloed onderzocht op zeldzame, ernstige aandoeningen. Het onderzoek is belangrijk. Tijdige opsporing van deze aandoeningen kan meestal ernstige schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van je kind voorkomen of beperken. De aandoeningen zijn niet te genezen, maar wel goed te behandelen, bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet. Het is in het belang van de gezondheid van je kind dat je mee doet met het onderzoek. Deelname is echter niet verplicht. Het onderzoeken van het bloed van je baby gebeurt alleen met jouw toestemming. Er zijn geen kosten verbonden aan het onderzoek.
Je ontvangt geen bericht als de uitslag van het laboratoriumonderzoek goed is. Soms kan de uitslag niet meteen met zekerheid worden vastgesteld; dan wordt een tweede hielprik afgenomen, meestal binnen twee weken na de eerste hielprik. Over de uitslag van dit tweede onderzoek krijg je altijd bericht. Kijk voor meer informatie op de site van het RIVM.
Gehoorscreening
Gehoorscreening
Voor de ontwikkeling van je baby is een goed gehoor heel belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat de behandeling van een gehoorstoornis het meeste effect heeft als hiermee al voor de leeftijd van zes maanden wordt gestart. De Neonatale Gehoorscreening wordt door de screener van de JGZ uitgevoerd, meestal tijdens hetzelfde bezoek als wanneer de hielprik wordt uitgevoerd.
Het is een gehoortest waarbij de baby een klein dopje in het oor krijgt. Er wordt onderzocht of je baby voldoende hoort om te kunnen gaan praten. Het onderzoek duurt maar enkele minuten en verloopt het beste als je baby rustig is en slaapt. Het kindje merkt meestal niets van het onderzoek. Soms geeft een eerste test geen duidelijkheid. Storingen kunnen optreden doordat er teveel lawaai was gedurende het onderzoek, doordat de baby te onrustig was of doordat er misschien nog wat vocht in het oor van de baby zat. De gehoortest wordt dan herhaald.
Tijdens de eerste 24 uur na de bevalling heb je meestal nog ruim bloedverlies. Je kan ook stolsels verliezen, die soms net zo groot zijn als een sinaasappel. Dit is niet erg zolang je je goed voelt. Indien het maandverband iedere keer binnen een half uur vol is, is er sprake van teveel bloedverlies en moet je contact met ons opnemen. Ook als je twijfelt over de hoeveelheid bloedverlies of wanneer je duizelig of niet lekker wordt.
In de loop van de kraamweek zal het bloedverlies steeds minder worden en meer gaan lijken op een menstruatie. Het bloedverlies kan in totaal vier tot zes weken aanhouden. Het is dan geen helderrood bloedverlies meer, maar wat bruiner. Het is normaal dat het bloedverlies kortdurend wat toeneemt en weer helderrood wordt wanneer je lichamelijk actief bent geweest. Aan het einde van de kraamperiode zal het meer bruine, witte of gele afscheiding zijn.
Naweeën
Niet iedere kraamvrouw heeft last van naweeën. Vrouwen die snel bevallen zijn of vrouwen die bevallen zijn van hun 2e of volgende kindje hebben er de grootste kans op. De naweeën komen voor tijdens de eerste dagen van het kraambed en zullen geleidelijk minder worden.
Bij de naweeën trekt de baarmoeder zich samen waardoor het bloedverlies beperkt wordt. Ze kunnen erg pijnlijk aanvoelen. Zeker wanneer de baby aan de borst gaat kunnen ze extra hevig zijn.
Tips:
- Wanneer de blaas leeg is kan de baarmoeder goed samentrekken. Ook al voel je misschien geen aandrang, het is toch verstandig om iedere drie uur je blaas te legen. Probeer dit te doen voordat je gaat voeden.
- Je mag paracetamol (zonder coffeïne of codeïne) nemen, met een maximaal van 6 tabletten van 500 mg per dag. Ook als je borstvoeding geeft mag je paracetamol gebruiken. De hoeveelheid die de baby via de borstvoeding binnen krijgt is niet schadelijk. Paracetamol is het meest effectief bij naweeën als je het ongeveer een half uur vóór de voeding inneemt.
-
Warmte verzacht pijn. Een warme kruik tegen je onderbuik kan soms verlichting brengen.
Een goede verzorging van je bekkenbodem in de eerste weken na de bevalling is altijd belangrijk, los van het feit of je hechtingen hebt.
De eerste dagen na de bevalling is plassen vaak gevoelig. Dit komt doordat urine zuur is en mogelijk wat bijt in de wond. Je kan je urine verdunnen door voldoende te drinken. Ook kan je tijdens het plassen met water spoelen, met behulp van een kannetje of door onder de douche te plassen. Ook al is het plassen gevoelig, probeer het niet uit te stellen!
Goed en regelmatig met water spoelen is niet alleen prettig tijdens het plassen, het zorgt er ook voor dat je wond schoon blijft. Vervang voor een goede hygiëne regelmatig je maandverband. De kraamverzorgster controleert je wond en schakelt ons bij bijzonderheden in.
Als de wond wat pussig is of wat vochtig blijft is het goed om in het middaguur met je blote billen in bed te rusten. Doe een kraammatras met een handdoek erover onder je billen, dat broeit minder dan alleen een kraammatras. De wond kan dan goed drogen, wat de genezing bevordert.
De meeste hechtingen lossen vanzelf op.
In overleg met jou zullen we de resterende of pijnlijke hechtingen rond de zevende dag na de bevalling verwijderen. Deze hebben dan geen functie meer, maar kunnen nog wel pijnlijk trekken of kriebelen.
Bekkenklachten zijn na een bevalling meestal niet ineens voorbij. Al verdwijnen langzamerhand de zwangerschapshormonen die de oorzaak waren voor het weker worden van het bekken, het duurt vaak een tijd voordat de verbindingen tussen de bekkenbeenderen hun oude stevigheid terug hebben. Er ontstaat een andere belasting op het bekken en op de rug, doordat de grote buik nu verdwenen is, maar ook doordat je nu je kindje draagt en optilt. Het is nodig een evenwicht te vinden tussen rust en belasting. Bij teveel rusten worden de spieren slapper, terwijl je de steun van de spieren juist extra nodig hebt. Door te grote belasting heeft het bekken echter geen tijd om te herstellen en zullen de pijnklachten toenemen.
We adviseren je om de eerste vier dagen na de bevalling op dezelfde etage te blijven. Probeer wel elke dag een aantal keer een klein stukje te lopen en even in een stoel te zitten. Indien nodig wordt de fysiotherapeut in consult gevraagd.
Liggend voeden van de baby voorkomt onnodige inspanning.
Naarmate de pijnklachten verminderen kan je je activiteiten geleidelijk uitbreiden. Het is de bedoeling dat de klachten langzaam minder worden. Je mag verwachten dat het elke maand weer een stuk beter gaat. Het kan zeker 6 tot 12 maanden duren voordat de bekkenklachten volledig over zijn.
Bij stress, menstruatie en vermoeidheid nemen de klachten vaak tijdelijk weer toe.
Veel moeders hebben ergens in de kraamweek een moment dat ze onverwachts in huilen uitbarsten. Het is helemaal niet vreemd en meestal verdwijnen de tranen weer vanzelf.
Laat je niet ontmoedigen door slaaptekort, hormoonschommelingen, onzekerheden over de verzorging van de baby, veranderende gevoelens ten opzichte van je partner of eventuele andere kinderen, pijn of wat temperatuurverhoging door de stuwing, moeilijkheden tijdens het voeden… De verwachte roze wolk blijkt vaak toch niet zo roze te zijn!
Rust is heel belangrijk. Gun jezelf, je partner en eventuele andere kinderen de tijd om de zwangerschap en de bevalling te verwerken en te wennen aan de nieuwe situatie.
Plan niet teveel bezoek op één dag en laat ze niet te lang blijven. Tussen 13:00 uur en 15:00 uur is het verstandig om te rusten, en vraag bezoek niet tot later dan 21:00 uur te blijven.
Verwacht niet teveel van jezelf. De eerste week is er juist voor om te genieten, om verzorgd te worden en om te leren van de kraamverzorgster.
De beleving en de verwerking van alles wat er gebeurt is bij mannen en vrouwen heel verschillend. Ook dit is niet vreemd, maar heeft wel aandacht nodig! Onbegrip is een valkuil voor beiden en wordt vaak veroorzaakt door een minder goede communicatie.
Je partner heeft vaak heel bewust alles meegemaakt. Zeker bij een moeizame bevalling is er veel te verwerken. Na de geboorte valt er van alles te regelen; de baby moet binnen 3 werkdagen aangegeven worden, de geboortekaartjes moeten gedrukt worden, de boodschappen moeten worden gedaan en sommige partners gaan weer aan het werk. Daarbij komt ook nog de zorg voor de moeder, de baby en eventuele andere kinderen.
De kraamvrouw heeft ondertussen veel tijd om te rusten en om na te denken. Ze heeft een andere beleving van de bevalling en zal in veel gevallen ook meer gericht zijn op de verzorging van de baby.
Voor zowel de partner als voor de kraamvrouw is het soms prettig om gevoelens en beleving op te schrijven. In eerste instantie voor jezelf, maar ook soms om het aan je partner te laten lezen, zodat deze een beter beeld krijgt van wat je voelt.
In enkele gevallen lijken de tranen eerder meer dan minder te worden. Ook kunnen gevoelens van onrust, eenzaamheid, slapeloosheid, slechte eetlust en dergelijke ontstaan. Als deze gevoelens niet verminderen in ongeveer twee weken of ze verergeren, dan kan er sprake zijn van een post partum depressie (PPD). Bij deze gevoelens is het belangrijk om hulp van familie en/of vrienden te vragen én de huisarts in te schakelen. In sommige gevallen is begeleiding van een psycholoog gewenst.
Een enkele keer ontstaat een postpartum psychose (PPP) of kraampsychose. In dit geval is er ook sprake van achterdocht en waanideeën en kunnen de gevoelens en het handelen van een moeder een gevaar voor zichzelf of haar baby zijn. In dat geval moet je, ook bij twijfel, de huisarts of de verloskundige inschakelen.
De geboorte van een kind is ingrijpend. Ouders moeten niet alleen wennen aan de gezinsuitbreiding, maar ook de korte nachten zien vol te houden. Rust en regelmaat zijn zowel voor het kind als de ouders erg belangrijk. Hieronder vindt u daarvoor een aantal tips.
Regelmaat en eenduidigheid
- Geef na het wakker worden de borst/fles
- aansluitend samenspel: knuffelen en contact maken met je kindje op schoot
- praat zoveel mogelijk met je kindje, vertel wat je met hem of haar gaat doen, hoe je je voelt etc.
- laat je kindje daarna zelf spelen. Op een vaste plaats, het liefst alleen in de box (vanaf 6 a 8 weken)
- leg je kindje bij de eerste tekenen van vermoeidheid (zie hieronder), moe, maar wel wakker, in bed. Het is normaal dat een kindje vijf tot twintig minuten nodig heeft om zichzelf in slaap te jengelen/huilen. Gun je kindje die tijd en ga niet elke keer kijken, tenzij het overstuur is. Huilt je kindje na twintig minuten nog, probeer het dan in bed te troosten.
De eerste tekenen van vermoeidheid zijn
- Bleek worden
- geeuwen
- in ogen wrijven
- jengelen
- wegkijken met de ogen
- overactief worden
Zie je niet goed wanneer je kind moe wordt, gebruik dan onderstaande gemiddelden voor de tijd dat een kind wakker is.
- 0 – 2 weken : 30 – 45 minuten
- 2 – 6 weken : 45 – 60 minuten
- 7 – 12 weken : 60 –75 minuten
- 3 – 5 maand : 1½ uur.
Het bed
- Leg de baby altijd op de rug te slapen
- leg geen speelgoed in bed en hang er geen mobiel boven. Een kleine lapjesknuffel en/of muziekdoos kan eventueel wel
- hou de kinderkamer koel en fris (15°C-18°C). Zet in principe dus geen verwarming aan en hou zo mogelijk het raam op een kier. (Voor pasgeborenen en voor kinderen met astma gelden andere richtlijnen).
- dek je kindje vanaf de schouders toe
- maak het bed ‘kort’ op.
Kleding van de baby
- Zorg dat je kindje behaaglijk warm is. Dit is goed te voelen in het nekje van je kind
- gebruik een slaapzak/trappelzak op maat
- zorg voor zodanige kleding dat de hals niet bloot is
- zorg voor toegedekte schouders
- zorg voor warme handjes en voetjes. Gebruik bij koude handen twee laagjes lange mouwen tot op de hand. En sokjes bij koude voetjes.
Eenduidigheid in plaats
- Laat je kindje steeds op dezelfde plaats en in hetzelfde bedje slapen. Kies een rustige plek, dus niet in de woonkamer. De slaapplek kan ’s nachts eventueel anders zijn dan overdag
- laat je kindje steeds op dezelfde plaats spelen. Liefst in de box.
Voorkom dat je kindje teveel geprikkeld wordt door:
- Radio en/of televisie
- gebruik van een wipstoel of maxi-cosi buiten de voedingstijden
- voortdurend vermaak van je kindje
- mechanisch aangedreven speelgoed
- de babytrapeze of babygym voor een kindje jonger dan drie maanden (deze is pas geschikt vanaf drie maanden)
- veel dingen ondernemen, zoals op visite gaan.
Op reis
Handhaaf het ritme door:
- Op slaaptijd slapen in het eigen bed thuis of tijdens het uitstapje in de kinderwagen of in de draagdoek
- onderneem niet te veel dingen op één dag. Onderneem óf de ochtend óf de middag iets.
Ontroostbare huiluurtjes
Draag je kindje tijdens huiluurtjes van voeding tot voeding éénmaal per dag in de draagdoek. Of wandel met de kinderwagen. Draag je kindje altijd in een gebogen houding. Ondersteun het bekken altijd met een hand/arm.
Heb je vragen of wil je meer weten, dan kan je hier voor terecht bij het consultatiebureau.
- Borstvoeding
- Aangifte
- Kraambedcontroles
- Benodigdheden
- Pijnbestrijding
- Strippen / Inleiden
- Plaats van bevallen
- Beladviezen
- Voortekenen
- Geboorteplan
- De bevalling
- Miskraam
- Voorlichtingsavond
- Zwangerschapscomplicaties
- Zwangerschapsklachten
- Groei van de baby
- Prenataal onderzoek
- Voeding- en leefadviezen
- Zwangerschapscontroles
- De zwangerschap
- Foliumzuur
- Gezondheid
- Vruchtbaarheid
- Kinderwensspreekuur
- Klachten
- Cliëntenregistratie
- Aanmelden
- Contact
- Visie
- Disclaimer
- Het team