Zwangerschapscomplicaties

 


Minder leven voelen


Het voelen van kindsbewegingen in de baarmoeder wordt ook wel ‘leven voelen’ genoemd. Veel vrouwen voelen voor het eerst leven tussen 16-20 weken zwangerschap, sommige vrouwen voelen het al eerder. Het is niet erg als je het kindje pas later voelt bewegen. De bewegingen zijn in het begin vaak nog zwak en worden sterker naarmate het kindje groeit.
Het is normaal om vanaf 24 weken het kindje in ieder geval te voelen bewegen. Meestal kunnen partners het vanaf 28 weken ook voelen. Tot 32 weken zwangerschap neemt het aantal bewegingen vaak toe. Baby’s gaan in deze periode een eigen bewegingspatroon ontwikkelen. Het ene kindje beweegt de hele dag door, de andere vooral ’s ochtends of ’s avonds. In de laatste weken kunnen de bewegingen anders en minder krachtig worden. Dit wordt door vrouwen meestal omschreven als ‘schuiven’ en komt omdat het kindje minder ruimte heeft. Het blijft wel belangrijk dat je het kindje regelmatig voelt bewegen, het mag qua frequentie niet minder zijn dan dat je gewend bent. Het is daarom belangrijk dat je het bewegingspatroon van je eigen kind leert kennen. Wanneer het kindje minder beweegt dan dit eigen patroon, kan dit een teken zijn van een verminderde conditie van het kindje. 

Wat te doen als het kindje anders, minder of niet beweegt?
  • Tot 24 weken: Niet alle vrouwen voelen al dagelijks leven in hun buik. Heb je na 24 weken het kindje nog niet gevoeld? Neem dan contact op met de dienstdoende verloskundige. Zo nodig krijg je een extra controle. 
  • Van 24 tot 28 weken: In deze periode is het patroon van de bewegingen van het kindje per dag nog erg verschillend. Twijfel je of je het kindje wel voldoende voelt, neem dan contact op met de dienstdoende verloskundige. Zo nodig krijg je een extra controle.
  • Vanaf 28 weken: Vanaf deze termijn moet je het kindje elke dag regelmatig kunnen voelen. Als je kindje minder beweegt dan normaal, neem dan de tijd om bewegingen in je buik te voelen. Als je op je linkerzij ligt, voel je het kindje vaak het best, omdat in die houding de doorbloeding van de placenta optimaal is.
    • Ga 2 uur op je linkerzij liggen. Probeer een reactie van het kindje uit te lokken door met je handen over de buik te gaan of een beetje in de buik te porren.
    • Voel je gedurende deze 2 uur niet een aantal kindsbewegingen, twijfel je over de kracht van de bewegingen of ben je niet gerustgesteld? Neem dan contact op met de dienstdoende verloskundige. Wacht niet tot het (telefonisch) spreekuur of de volgende dag!
    • Het kan helpen om een bad te nemen (dan ben je meer ontspannen) of iets te eten / iets zoets te drinken.
    • Ben je al voor een extra controle geweest omdat je het kindje minder voelde bewegen en voel je opnieuw minder leven? Bel dan altijd opnieuw dezelfde dag met de dienstdoende verloskundige!
Wil je meer weten over het bewegingspatroon van de baby in je buik? Klink dan hier.
 
 
 

 


Strippen


Het kan heel goed zijn dat je na 40 weken nog steeds zwanger bent. De meeste vrouwen in Nederland met een gezonde zwangerschap bevallen tussen 40 – 41 weken zwangerschap. Bijna iedere vrouw wil op dat moment graag bevallen, omdat de zwangerschap zwaar wordt voor je lijf, maar natuurlijk ook omdat je nieuwsgierig bent naar het kindje en eraan toe bent om (opnieuw) ouders te worden. Helaas heb je weinig tot geen invloed op de geboortedatum van het kindje. Een kind wordt over het algemeen geboren wanneer hij/zij eraan toe is en een seintje aan jouw hersenen geeft om weeën te gaan maken of de vliezen te laten breken.

Wanneer je tussen 41 en 42 weken nog zwanger bent, je goed voelt en het kindje het goed maakt in de baarmoeder, is het geen probleem om een spontane start van de bevalling af te wachten. Het is wel mogelijk om rond de 41 weken zwangerschap de kans op bevallen te vergroten door te strippen.
Een kindje ligt normaal gesproken aan het eind van de zwangerschap met zijn/haar hoofd vast in het bekken van de vrouw. Rondom het kindje zit vruchtwater en vliezen. Deze vliezen zitten vast aan de placenta en vastgeplakt aan de baarmoederwand en baarmoedermond. Als je rond de 41 weken zwanger bent is er een goede kans dat de baarmoedermond al een klein beetje open staat en er dus ontsluiting is. Dan kan met een inwendig onderzoek met 1 of 2 vingers de baarmoedermond ingegaan worden en een vinger op het hoofd van het kindje geplaatst worden. Tussen het hoofdje van het kindje en de vinger zitten de vliezen (zie plaatje hieronder). Tijdens het inwendig onderzoek proberen wij rondom het hoofdje de vliezen los te woelen van de baarmoedermond, zonder ze te breken, dit wordt strippen genoemd. Na het strippen heb je meer kans om te gaan bevallen doordat je lichaam prostaglandines (hormoonachtige stoffen die weeën opwekken) aan gaat maken. Die prostaglandines zorgen ervoor dat de baarmoedermond “rijper” wordt en kunnen ervoor zorgen dat je binnen 24 uur weeën krijgt. Wanneer je niet bent bevallen na het strippen, is het mogelijk om het strippen na 2 dagen nogmaals te herhalen tot je bevallen bent of 42 weken zwanger bent. 
 

 


Serotiniteit


Als de bevalling bij 42 weken zwangerschap nog niet op gang is gekomen wordt gesproken van serotiniteit.
Ongeveer 5-10% van de zwangerschappen duurt langer dan 42 weken. Omdat na een zwangerschapsduur van 42 weken de kans op complicaties wat verhoogt (de placenta gaat iets minder goed werken, het vruchtwater wordt langzaam aan minder en de kans dat het kindje in het vruchtwater poept wordt groter) wordt je op dat moment overgedragen aan de gynaecoloog. Bij overdracht aan de gynaecoloog ga je eerst voor een extra controle naar het ziekenhuis, bij deze afspraak zal er afgesproken worden wanneer je ingeleid gaat worden. Kijk voor meer informatie over inleiden bij het kopje Bevalling / Inleiden. 

In sommige gevallen word je vanaf een zwangerschapsduur vanaf 41 weken al overgedragen naar de gynaecoloog, wanneer er op dat moment aanwijzingen zijn voor het mogelijk optreden van complicaties.
 
 
 

 


Stuitligging


Kinderen veranderen vaak van ligging in de zwangerschap. Rond 30 weken ligt nog ongeveer 25% van de kinderen in stuitligging. De meeste kinderen liggen rond 36 weken zwangerschap met het hoofd naar beneden. Bij 3-4% van de zwangerschappen is dit niet het geval en ligt het kindje in stuitligging. Bij een stuitligging ligt het hoofd van het kindje boven in de baarmoeder terwijl de billen beneden bij de ingang van het bekken liggen. Indien wij rond 36 weken zwangerschap bij het uitwendig onderzoek een stuitligging vermoeden, zullen wij dit bevestigen met een echo. Bij een stuitligging zijn er twee opties. Je kunt proberen het kindje te laten draaien naar hoofdligging. Dit noemen wij de uitwendige versie. De tweede optie is om te besluiten om geen uitwendige versie te laten doen, dan blijft het kindje over het algemeen in stuitligging liggen tot en met de bevalling. Blijft het kind in stuitligging liggen dan zal de bevalling plaatsvinden in het ziekenhuis en controleert de gynaecoloog het verdere verloop van uw zwangerschap. De gynaecoloog bepaalt door onderzoek of een vaginale stuitbevalling veilig is. Is dit het geval dan heb je de keuze voor een vaginale bevalling of een keizersnede. Soms heb je geen keus maar zal de gynaecoloog om medische redenen besluiten tot een keizersnede.

Meer informatie over de uitwendige versie vind je hieronder: